Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de architectentitel

 

Artikel 13
1
Degene die van zijn ingevolge het bepaalde in de artikelen 9 tot en met 12 bestaande recht tot inschrijving in het register gebruik wenst te maken, dient bij het bureau een verzoek tot inschrijving in op een formulier waarvan het model door het bureau wordt vastgesteld. Het verzoek gaat vergezeld door stukken waaruit het bureau de opleiding van de verzoeker kan vaststellen. Een verzoek wordt geacht niet te zijn ingediend zolang niet een inschrijfgeld is betaald, indien en voorzover ingevolge het bepaalde in artikel 7 hiervoor een bedrag is vastgesteld.
2
Het bureau bevestigt binnen een maand de ontvangst van een aanvraag om erkenning van een opleidingstitel als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel m, 10, eerste lid, onderdeel g, 11, eerste lid, onderdeel i, of 12, eerste lid, onderdeel f, of van een diploma, certificaat of andere titel als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel o, 10, eerste lid, onderdeel i, 11, eerste lid, onderdeel k, of 12, eerste lid, onderdeel h. Het wijst er in die bevestiging op dat het besluit omtrent de aangevraagde erkenning gelijktijdig een besluit kan inhouden omtrent inschrijving in het register indien de aanvrager alsnog verzoekt om inschrijving in het register overeenkomstig het eerste lid.
3
Indien een persoon blijkens zijn verzoek om inschrijving in het register in het bezit is van een opleidingstitel als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel m, 10, eerste lid, onderdeel g, 11, eerste lid, onderdeel i, of 12, eerste lid, onderdeel f, of van een diploma, certificaat of andere titel als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel o, 10, eerste lid, onderdeel i, 11, eerste lid, onderdeel k, of 12, eerste lid, onderdeel h, die of dat nog niet door het bureau is erkend, merkt het bureau het verzoek om inschrijving tevens aan als een aanvraag om erkenning van het betreffende diploma of certificaat, dan wel de betreffende titel. Het bureau doet daarvan binnen een maand na de ontvangst mededeling in de bevestiging van de ontvangst van het verzoek.
4
Het bureau neemt in een geval waarin een aanvraag om erkenning of een verzoek om inschrijving in het register betrekking heeft op een opleidingstitel als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel m, 10, eerste lid, onderdeel g, 11, eerste lid, onderdeel i, of 12, eerste lid, onderdeel f, binnen drie maanden na ontvangst van alle stukken die het nodig acht voor zijn oordeelsvorming een besluit omtrent de erkenning.
5
Indien het bureau toepassing geeft aan artikel 11 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties houdt het het besluit omtrent de erkenning aan overeenkomstig artikel 19, derde lid, van die wet. Het derde en vierde lid van dat artikel zijn van overeenkomstige toepassing.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •